Zuiderend

Wat ook een begin kan zijn

Het is vandaag, woensdag 28 februari, een sombere dag, althans hier op Walcheren. Een grijze deken hangt over het land, soms denk je dat het wat miezert, het is 10ᵒ.
Maandag was het ook zo’n sombere dag en ook nog met bijna constant regen. Akkers, weilanden en natuurgebieden rond de stad waren al zo nat, overal staan plassen, er zijn geultjes gegraven om het water sneller in de sloten te krijgen. Het is geen winter zo, maar de lente lijkt op zulke dagen nog ver weg.


Maar gisteren was anders. Het was een stralende zonnige dag, een matig windje uit het noordoosten en de verjaardag van mijn lief, 76 lentes telt ze nu. Omdat we dat zondag al hadden gevierd met familie konden we van deze een dag lang durende opklaring buiten gaan genieten. Om een uur of 11 reden we naar Dishoek om van daar over het strand naar Zoutelande te wandelen. Het was laag water en het strand lag eindeloos breed voor de imponerend hoge duinen. En gelukkig was er aan de voet van de duinen nog niet de afgrijselijke rij met hokjes die hier over een poosje weer worden opgesteld. Die verknoeien het beeld van deze prachtige natuur.
Het was stil op het strand, slechts hier en daar liepen wat mensen, soms met hun hond, af en toe kwam er een zeeschip voorbij. Op het gemak lopend langs de waterlijn zag ik plots een vrouw die deed alsof het al wel lente was. Ze liep in haar bikini zonder dralen het water in en bleef daar een poosje rondhangen. Ik heb het thuis even nagekeken: de watertemperatuur is nog geen 8ᵒ. Dit was nog eens wat anders dan een Nieuwjaarsduik van 10 seconden, ze nam echt een bad. Ik voelde me comfortabel in mijn winterjack met mijn mutsje op. Ieder zijn genoegen.
Na zo’n 5 kwartier wandelen kwamen we in Zoutelande aan voor een lunch bij De Babbel. Op het beschutte terras was het in de zon zo lekker dat de jassen uit gingen. Zo kregen we toch ook wel een lentegevoel.
De wandeling terug was ook een feestje. De zon bleef schijnen, er waren hooguit wat lichte sluierwolken die geen afbreuk deden aan het zonnige karakter van deze dag. Onderweg zagen we zelfs mensen aan de voet van de duinen in het zonnetje liggen, ook al alsof het toch al lente was, misschien voorgenietend van hoe het in de zomer zal zijn. Alleen kan dat dan niet daar want dan staan die hokjes er. Of misschien lagen ze op de plek waar hun hokje zou komen te staan. Het was in ieder geval een leuk gezicht.
Na weer zo’n 5 kwartier wandelen en slenteren langs het snel opkomende water met aan het eind nog over de dubbele duinenrij kwamen we weer op de parkeerplaats bij Dishoek.

De jarige
Vanaf de dijk bij Zoutelande heb je zicht op wat wordt genoemd de Zeeuwse Riviera


Na een jaar vol medisch zwaar weer van zowel Ans als mij was het fijn te merken dat zo’n wandeling ons weer goed afgaat. Dat we blij zijn om plannen te kunnen maken en over een poosje de caravan na een jaar pauze uit de stalling kunnen halen om er opuit te trekken. De lente komt eraan, daar hebben we gisteren op strand en terras de voortekenen van gezien. En in de tuin komt her en der al wat groen tevoorschijn. De natuur komt langzamerhand uit de winterslaap. Wij ook.

Thuiskomst: op weg naar de haven na een reis over de eindeloze zee

Gisteren kreeg ik het bericht dat mijn goede vriend en orgelmakker Bert Geleijnse op donderdag 30 november is overleden. Hij werd 77 jaar en was van hetzelfde geboortejaar als ik, 1946.

Miniconcert Koorkerk Middelburg 2012

Ik ontmoette Bert toen ik vanaf 2011 de miniconcerten van het Lange Jan Project in de Koorkerk in Middelburg organiseerde. Hij speelde spinet bij het blokfluitensemble Padovana. Later kwam hij ook met zijn kistorgel in de programmering als begeleider van een kleiner ensemble of trad hij op met een solist waarbij hij het Van Vulpenorgel bespeelde. Want bovenal was Bert organist, de trotse vaste bespeler van het prachtige Bakker & Timmenga-orgel in de Doopsgezinde kerk in Middelburg. Daar startte hij Kerk biedt Podium dat musici in opleiding gelegenheid biedt om te werken aan hun bekendheid en podiumervaring op te doen. Ook gevorderde amateurmusici waren welkom. Op 15 december vindt voorlopig het laatste concert plaats. Tijdens dit concert door het Madrigaalkoor zal Bert op passende wijze worden herdacht.
Samen spraken we af ons in te zetten voor de organistenvereniging KVOK afdeling Zeeland. Bert zat al in het bestuur en ik kwam erbij. Mooie orgelexcursies en interessante studiemiddagen werden in een zeer plezierige samenwerking georganiseerd. Toen ik een paar jaar geleden om gezondheidsredenen stopte nam Bert het secretariaat van mij over.

Half oktober werd bij hem iets in zijn hoofd gevonden dat er niet hoorde. Het is hem in korte tijd noodlottig geworden. Zijn overlijden is een groot verlies voor zijn vrouw Corrie, zijn kinderen, kleinkinderen en verdere familie, die ik hierbij alle kracht en hulp toewens die ze nodig hebben. Bovenaan de kaart staat: In liefde laten gaan.

Ik zal die vrolijke enthousiaste, serieuze en betrokken Bert missen. Nooit meer lange skypegesprekken over elkaars wel en wee, orgels en muziek, campers en kamperen en ook het chatten en elkaar toespreken in de Tale Kanaäns. We kwamen uit hetzelfde kerkelijke nest en dat herkenden we geregeld in elkaar. Dat is allemaal voorbij.

Bert bespeelt het orgel in de Dorpskerk in Burgh tijdens de laatste excursie van de Kvok op
3 juni 2023

Afgelopen zondag, tijdens de cantatedienst op Eeuwigheidszondag in de Nieuwe Kerk, zong het Bachkoor BWV onder andere het motet BWV 229 Komm, Jesu, komm van Johann Segastian Bach. Het koor droeg dit op aan Bert.

Komm, Jesu, komm, mein Leib ist müde,
die Kraft verschwindt je mehr und mehr,
ich sehne mich nach deinem Frieden;
der saure Weg wird mir zu schwer!
Komm, komm, ich will mich dir ergeben,
du bist der rechte Weg,
die Wahrheit und das Leben.

Drum schließ ich mich in deine Hände
und sage, Welt, zu guter Nacht!
Eilt gleich mein Lebenslauf zu Ende,
ist doch der Geist wohl angebracht.
Er soll bei seinem Schöpfer schweben,
weil Jesus ist und bleibt
der wahre Weg zum Leben.

Een ontroerend gebaar. Dat hij ruste in vrede.
À Dieu, Bert

Een vast onderdeel van de activiteiten van Kvok afdelingen is het organiseren van een orgelexcursie. Op zo’n dag worden een paar kerken met interessante orgels bezocht. Meestal geeft de organist een toelichting bij geschiedenis van orgel en kerk, vaak nauw met elkaar verweven, waarna de deelnemers het orgel kunnen bespelen. Dat is voor de liefhebbers van ’de koning onder de instrumenten’ altijd een fijne ervaring. Vorig jaar bezochten we met de afdeling Zeeland orgels in Brielle en Oostvoorne. Dit jaar bleven we dichter bij huis, binnen de provincie. Op zaterdag 3 juni was Schouwen-Duiveland de bestemming, waar drie orgels op het programma stonden, uit barok (Burgh), neobarok (Zierikzee) en romantiek (Zonnemaire).
In de medische misère waarin Ans en ik al maanden verkeren was het fijn dat ik voldoende hersteld was om er aan deel te nemen. Het werd een dag genieten van mooie instrumenten. Jammer was dat het geen groot gezelschap was; het genoegen was er niet minder om. De bezochte orgels konden ook nu weer door de deelnemers worden bespeeld en daarvan werd goed gebruik gemaakt.

Burgh Dorpskerk (1671/1924/1948)

Burgh

Begonnen werd in de Dorpskerk in Burgh, waar we hartelijk werden ontvangen met een kopje koffie en boeiende verhalen over de geschiedenis van de kerk en het interieur. Het is een op het oog gewoon kerkgebouw met wel een aantal bijzondere elementen, zoals twee epitafen, een prachtig gebrandschilderd historisch raam alsmede een paar mooie eigentijdse ramen. En een juweeltje van een orgel, dat overigens wel een likje verf kan gebruiken.
De kerk is gebouwd in 1671 en was de eerste protestantse kerk op Schouwen. Het grondplan heeft ongeveer de vorm van een Grieks kruis.
Op 25 september 1924 werden kerk en toren als gevolg van onachtzaamheid bij loodgieterswerkzaamheden door brand geteisterd waarbij torenspits, dak en interieur in vlammen opgingen.
Nadat de kerk in 1925 was hersteld werd op 5 januari 1945 de toren door een Engelse vliegtuigbom geheel verwoest omdat er een Duitse wachtpost in was gevestigd. De kerk raakte daarbij ernstig beschadigd, maar werd in 1948 weer geheel hersteld, terwijl de toren naar afbeeldingen van voor 1924 werd herbouwd.
Bij het bombardement van 1945 werd ook het orgel geheel verwoest. Ter vervanging na het herstel van de kerk werd in 1951 een historisch orgel gekocht in Klazienaveen. Dat orgel was in 1794 gebouwd door de Leeuwardense orgelbouwer Albertus van Gruisen voor de kerk in Ee bij Dokkum.  In 1923 werd het verkocht aan een kerk in Klazienaveen en in 1951 verhuisde het dus naar Burgh.

Het heeft 11 stemmen op één manuaal met aangehangen pedaal en verkeert na restauraties vrijwel in de oorspronkelijke staat. Tijdens de watersnoodramp van 1953 zijn veel orgels verloren gegaan. Het ongedeerd gebleven Burghse Van Gruisen-orgel is sindsdien het oudste orgel van Schouwen-Duiveland.

Bij binnenkomst van de kerk valt het oog meteen op het prachtige glas-in-loodraam, in 1676 geschonken door de Staten van Zeeland met daarin afgebeeld de wapens van alle stemgerechtigde steden van Zeeland. Het is gemaakt door de Middelburgse glazenier Cornelis van Barlaer. Het raam ging verloren bij de brand in 1924. Aan de hand van een foto en van soortgelijke ramen van Barlaer in de kerk van Biervliet kon het in 1999 in oude glorie worden herschapen.

Achter de preekstoel het epitaaf van Pieter de Huybert, ambachtsheer van Burgh die veel voor Burgh heeft betekend en een van de stichters van de kerk is geweest. Aan de muur tegenover de preekstoel een groot epitaaf met twee portretmedaillons, obelisk en krijgsattributen voor Johannes de Huybert en zijn vrouw Catharina Cornelia de Huybert.

Zierikzee

Vervolgens gingen we naar de Chr. Geref. Kerk in Zierikzee. Ook daar was de ontvangst hartelijk, er waren soep en broodjes en we kregen een uitgebreide toelichting over de geschiedenis van de kerkgebouwen en het orgel.

Zierikzee Chr. Geref. Kerk (1965)

In deze kerk staat een in 1957 door de Gebr. Van Vulpen gebouwd orgel dat tot stand is gekomen met financiële steun van het Nationaal Rampenfonds, dat na de watersnoodramp van 1953 de gelden te beheren kreeg die vrijwillig gegeven waren om de nood in de getroffen gebieden in Zuidwest-Nederland te lenigen.
Het was in dit orgel, dat voor het eerst door een Nederlandse orgelbouwer een horizontale trompet (en chamade) werd geplaatst. Het heeft 21 stemmen, verdeeld over twee manualen en pedaal.
Kennelijk heeft dit instrument indertijd sterk de aandacht getrokken. In 1957 richtte de Orgelcom­missie van de Neder­landse Hervormde Kerk zich per brief tot de kerkeraad van deze gemeen­te in uitermate lovende woorden over dit instru­ment. En in juni 1963 werd in het kader van de Internationale Zomeraca­demie Haarlem 1963 een bezoek aan o.a. dit orgel gebracht. Het werd daarbij bespeeld door o.a. Gustav Leonhardt, Anton Heiller, Marie-Claire Alain, Cor Kee en Siegfried Reda.

Trompet en chamade 8 vt

De deelnemers aan de excursie konden deze ervaring ook beleven door zelf op dit instrument te spelen. Een bijzonderheid is een in de lessenaar verwerkte monitor die verbonden is met een NAS (een op een netwerk aangesloten opslagmedium) waarop zettingen van liederen, voorspelen en andere bladmuziek voor de eredienst zijn opgeslagen. Orgelboeken zijn hier dus niet meer nodig.

Zonnemaire

Tenslotte togen we naar Zonnemaire waar de neogotische Dorpskerk, daterend uit 1868 als opvolger van een in 1866 afgebroken kerk uit 1445 gewijd aan Beate Maria de Dolore, open stond en het orgel voor ons beschikbaar was. Ook hier een mooi historisch orgel, in 1871 voor deze kerk gebouwd door de Amsterdamse orgelbouwer P. Flaes. Het heeft 2 klavieren, een aangehangen pedaal en 12 stemmen.

Zonnemaire Dorpskerk (1868)
Links het borstbeeld van Pieter Zeeman, geboren in Zonnemaire, natuurkundige en Nobelprijswinnaar (1902)
Kerkzaal en liturgisch centrum. Gebouw en preekstoel (1780, afkomstig uit de vorige kerk) zijn net als het orgel een rijksmonument.

Rond 2000 werd het interieur van de kerk ingrijpend gewijzigd door aanbrengen van tapijt op de vloer, het beschilderen van al het houtwerk met een crèmekleurige verf en het vervangen van de banken door exemplaren afkomstig uit de Laurenskerk te Rotterdam.
Het instrument bevindt zich, hoewel er discussie mogelijk is over de kleur van de kas, nog steeds in de oorspronkelijke staat.
Het orgel werd in 1991 door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg tot rijksmonu­ment verklaard.

Info: http://www.orgelsinzeeland.nl

Met een goed gevoel ging ik op huis aan. Het was een fijne dag geweest. Maar toch knaagde er iets. Dat bescheiden aantal deelnemers zat me niet lekker. We waren met acht overwegend oude mannen. Uit de tijd dat ik zelf in het afdelingsbestuur zat gebeurde het ook wel dat het aantal aanmeldingen niet hoog was. Dan was het de vraag of het door moest gaan. Het is er niet beter op geworden. Ook het huidige bestuur kwam bij deze excursie voor die vraag te staan toen het aantal aanmeldingen niet verder kwam dan 6. Uiteindelijk waren we met 8. Ik weet nog van excursies met het dubbele aantal deelnemers of nog meer. Die tijden zijn voorbij. Clubactiviteiten, ook van andere dan een orgelclub, hebben last van dalende ledenaantallen, afnemende participatie en een gebrek aan vrijwilligers. Het is een breed maatschappelijk verschijnsel en dat lijkt me moeilijk te veranderen. De animo moet uit de mensen zelf komen. Dat die belangstelling de laatste jaren maar blijft dalen geeft mij zorg. Komt er nog een volgende excursie of andere clubactiviteit? Of moet het afdelingsbestuur ’in ruste’ gaan tot er betere tijden aanbreken?
Ik ben er niet gerust op.

Vanaf het moment dat ik als 4-jarig ventje meeging naar de kerk en daar een orgel zag en hoorde, was ik gefascineerd door dit instrument. Imposant was zo’n kast met “buizen” en dan dat geluid dat eruit kwam! Die ervaring heeft me nooit losgelaten en tot op vandaag ben ik een liefhebber van orgels en orgelmuziek. 

Ik zal een jaar of 14 zijn geweest toen ik vaste bezoeker werd van de orgelconcerten op het machtige Kam-orgel in de Grote Kerk in Dordrecht. Ik werd fan van Feike Asma en hoorde ook graag Charles de Wolff, Jan Bonefaas, Piet van Egmond en Klaas Jan Mulder spelen, de vaste concertgevers van de landelijk actieve Stichting Orgelcentrum die er de concerten organiseerde. Ook heb ik in die kerk, in de eerste helft van de jaren ‘60, de grote Franse organisten Jeanne Demessieux en Marcel Dupré horen spelen. Prachtig was dat. 

Samen met mijn vrienden Ad en Arie ging ik in die tijd ook wel vanuit Dordrecht op de fiets naar Rotterdam-Zuid. Op zaterdagmorgen gaf Feike Asma daar regelmatig een orgelconcert in de Wilhelminakerk aan de Oranjeboomstraat. Daar stond een mooi orgel met de speeltafel op de achtergalerij, zodat je vanaf de zijgalerij Feike ook kon zíen spelen. Dat vonden we geweldig. Later, toen we wat geld hadden van vakantiebaantjes, gingen we per trein, uitstappen op station Rotterdam-Zuid en dan lopen naar de kerk. 
De Wilhelminakerk is in 1972 gesloopt en dat lot onderging ook het orgel. Een deel van het pijpwerk is door orgelbouwer Vierdag in 1974 gebruikt bij de bouw van een nieuw orgel in de Oude Kerk in Veenendaal.

Op zeker moment raakte ik betrokken bij de Stichting Orgelcentrum, eerst als hulp bij de kaartverkoop en -controle bij de orgelconcerten. De controle was vereist door de gemeente Dordrecht ten behoeve van de afdracht van vermakelijkheidsbelasting. Die kon in die tijd door gemeenten worden geheven op vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen. Onder ‘vermakelijkheden’ vielen in Dordrecht dus ook de orgelconcerten in de Grote Kerk. Het tarief weet ik niet meer, maar het kon wel eens 25% van de kaartverkoop geweest zijn. Het is een fenomeen dat we nu niet meer kennen, het is lang geleden overal afgeschaft.
In de jaren ‘70 werd ik de plaatselijk vertegenwoordiger van de stichting, waarvan de sectie concerten het domein was van Hugo Numan en Jan Willem van Spronsen. In 1977 eindigden de activiteiten van de Stichting Orgelcentrum in Dordrecht.

Grote Kerk Dordrecht, Orgel Kam 1859 III/P/51, kas Van Hagen 1678

Toen ik 17 was speelde ik mijn eerste kerkdienst, zonder ooit les gehad te hebben en zonder dat wij thuis een harmonium hadden. Dat stimuleerde tot een verdere autodidactische ontwikkeling op een door Jan L. van den Heuvel gerenoveerd harmonium dat ik kon kopen met het geld van een vakantiebaantje. Dat was in 1963. Pas in 1982, na het afronden van de accountantsstudie, ben ik les gaan nemen, bij Tony Rozendaal op de muziekschool. Ik moest veel afleren en dat is nooit helemaal gelukt. Toch heb ik zo’n 20 jaar kerkdiensten gespeeld in diverse kerken in Dordrecht tot eind 2010. In 2009 behaalde ik het diploma kerkorganist met bevoegdheid III, een pittige maar zeer boeiende opleiding van 3 jaar, waaraan ik na mijn pensionering ben begonnen. Het was een verrijkende ervaring. 

Mijn eerste harmonium

In 2010 verhuisde ik naar Middelburg en ben toen gestopt met orgelspelen. Met concertbezoek ging ik natuurlijk wel door – in de Nieuwe Kerk, de Oostkerk en de Sint-Augustinuskerk heeft de stad prachtige instrumenten – en al snel raakte ik erbij betrokken, voor kaartverkoop en promotie. Ik merkte daarbij dat promotie van orgelmuziek moeizamer ging dan in de 70-er jaren van de vorige eeuw toen ik dat in Dordrecht deed. Concertaankondigingen werden nu vaak niet of minimaal in de media overgenomen. Het zal ermee te maken hebben dat de orgelcultuur enigszins aan de zijlijn is geraakt.

Ik besloot een eigen pr-kanaal op te zetten in de vorm van een weblog bij WordPress. In 2013 ging orgelmuziekmiddelburg.com online en dat werkte goed. Het bezoek aan de website groeide verrassend snel, mede met behulp van Twitter en Facebook. Mooi was ook dat ik daarbij fotografie, de hobby die ik ook al tientallen jaren heb en na het stoppen met zelf orgelspelen meer aandacht gaf, heel goed kon gebruiken. Want orgels zijn niet alleen mooi om te horen maar ook mooi om te zien. De opbouw van een orgelfront straalt voor mij evenwicht en harmonie uit, aspecten die we in het leven weleens node ontberen. Schoonheid in klank en beeld, hoe mooi is dat!

Laurenskerk Rotterdam, Orgelles in de opleiding voor het diploma kerkorganist

Dat orgelweblog gaat na bijna 10 jaar stoppen. Vorige week heb ik mijn laatste bericht geplaatst: de melding van de lancering van Orgelstad Middelburg. De promotietaak wordt overgenomen door enthousiaste jongere mensen en dat is goed. Ik sluit hiermee deze internetactiviteit af en kijk er met voldoening op terug. Het was leuk om te doen en ik heb er veel van geleerd. Natuurlijk ga ik wel door met mijn eigen weblogs. En met luisteren naar orgelmuziek, dat in elk geval.

Middelburg, Nieuwe Kerk, orgel Van Leeuwen 1954, Flentrop 2004 restauratie, kas Duyschot 1693, III/P/40

Het is een jaar of zeven geleden, een paar maanden na mijn hartinfarct, dat een kennis mij vroeg of ik interesse had om lid te worden van een werkgroep die zich bezighoudt met het transcriberen van de handschriften van rederijkers. Omdat mij door de cardioloog sportactiviteiten en andere lichamelijke inspanningen ontraden waren, of eigenlijk gewoon verboden, leek het een welkome opvulling van de leegte die dreigde te ontstaan. Ik was altijd al geïnteresseerd in geschiedenis, in mijn middelbare schooltijd aangewakkerd door de enthousiaste en voortreffelijke leraar Titus M. Gilhuis die ik alle jaren heb gehad, zodat het lidmaatschap van zo’n werkgroep mij wel wat leek.

Zodoende kwam ik terecht in de wondere wereld van de paleografie, de kunde om uit de handschriften van eeuwen her letters en cijfers, woorden en zinnen te herkennen en die teksten vast te leggen in voor de huidige mens leesbare vorm. En in de cultuur en geschiedenis van de rederijkers. De werkgroep Walcheren was in die tijd druk bezig met het transcriberen van de enorme hoeveelheid materiaal van de rederijkerskamer van Veere met de fraaie naam Missus Scholieren. Inmiddels richt de aandacht van de werkgroep zich op andere plaatsen en aspecten van de rederijkerscultuur.

In Museum Arnemuiden vond op 17 september de Publieksdag plaats. Het museum is gevestigd in het voormalige stadhuis

Wat de leden van de werkgroep zoal doen? We zoeken in archieven, ook buiten Zeeland, ook buiten Nederland. In liederenbundels, verzenboeken, stadsrekeningen, schepen-akteboeken, rechterlijke en kerkelijke archieven.
We fotograferen wat we vinden. We transcriberen teksten, veelal handschriften, tot Word-bestanden. We interpreteren die teksten. We proberen een beeld te vormen van plaatselijke rederijkerskamers, van individuele rederijkers en van hun netwerken.

De leden van de werkgroep doen dit uit liefhebberij voor taal en geschiedenis. Het heeft echter ook een verder doel. Uiteindelijk is het resultaat bestemd voor publicatie ten behoeve van wetenschappelijk onderwijs en verdere onderzoekingen. De werkgroep wordt geleid door prof. dr. Arjan van Dixhoorn, historicus (UCR), en prof. dr. Bart Ramakers, neerlandicus (RUG).

Museum Arnemuiden toont enkele voorwerpen van de rederijkerkamer. Aan de muur hangen twee blazoenen en in de rechter vitrinekast liggen een paar kleine voorwerpen.

Rederijkers
De benaming rederijkers heeft betrekking op de beoefenaars of liefhebbers van de Nederlandse dicht- en toneelspeelkunst die zich verenigden in zogenaamde kamers van rhetorieke of rederijkerskamers. De eerste ontstonden naar Frans voorbeeld ca. 1400 in de Zuidelijke Nederlanden, later ook in het Noorden in voornamelijk de provincies Holland en Zeeland. De leden waren aanvankelijk slechts burgers, later traden ook edelen toe, voornamelijk om de tot een maatschappelijke macht groeiende kamers wat in de gaten te houden. Het was een culturele beweging die zich organiseerden als de gilden. Doel was de beoefening van de rhetorica, de welsprekendheid. De leden maakten gedichten en toneelspelen die zij elkaar voorlazen of die werden gespeeld. Er waren ook geregeld wedstrijden in dichtkunst en toneelspel door kamers uit meerdere steden en dorpen.
De kamers bereikten hun bloei in de 16e eeuw. Hun openheid voor de nieuwe religieuze denkbeelden zoals voor de Reformatie – meer dan voor de nieuwe kunstopvattingen van de renaissance – maakte veel kamers verdacht bij de overheid. Na 1600 kwamen zij in verval, mede door de rumoerige tijden. In Nederland werden zij van calvinistische zijde bestreden.

Op Walcheren was een viertal kamers actief, in Veere, Middelburg, Arnemuiden en Vlissingen. Vooral van de kamer in Veere is veel bewaard gebleven en daar heeft de werkgroep Walcheren zich allereerst op gestort. Nu het meeste materiaal daarvan getranscribeerd is, verschuift de aandacht naar geschriften van Middelburg (Bloemke Jesse). Ook elders in Zeeland waren werkgroepen actief. Omdat de bezetting van die werkgroepen de laatste tijd voornamelijk door ziekte en overlijden was teruggelopen, is kort geleden besloten de werkgroep Walcheren om te vormen tot de Projectgroep Rederijkers in Zeeland. Die richt zich op het materiaal dat door de verschillende werkgroepen nog niet is getranscribeerd. In Zeeuws-Vlaanderen zijn de werkzaamheden bijna voltooid. In de Bevelanden/Goes is nog veel te doen. Er is nog materiaal genoeg om voorlopig door te kunnen gaan. Doel is om uiteindelijk een volledig beeld van de rederijkers in Zeeland te krijgen: hun verzen en toneelstukken, de statuten van de kamers, biografieën van de leden enzovoorts. Een boeiend en nog steeds omvangrijk werkveld, waarvoor de projectgroep nog wel enige menskracht kan gebruiken.

Publieksdag
Om het werk ook naar buiten te brengen is er elke twee jaar een publieksdag ergens in Zeeland. Door de coronapandemie had dit even stilgelegen, maar dit jaar kon het weer. Op zaterdag 17 september vond de publieksdag plaats in het Museum Arnemuiden, gevestigd in het voormalige stadhuis. Het interessante van deze plaats was, dat er nog weinig bekend is van de rederijkerskamer in Arnemuiden. Gertrude van de Ketterij, betrokken bij het museum, was bij een studie die zij van de geschiedenis van Arnemuiden maakt, op een rederijkersgedicht uit 1578 gestuit. Dit gedicht was geschreven door een Arnemuidse rederijker voor een wedstrijd in Leiden. Deze tekst was tot nu toe niet bekend in Arnemuiden. Voor haar een goede reden om eens wat dieper in de geschiedenis van de rederijkers te duiken. In het museum van Arnemuiden zijn ook verschillende objecten van rederijkerskamers aanwezig. 

In de ochtend was er de jaarvergadering van de projectgroep. Aansluitend kregen de leden een korte rondleiding door het museum.

Het Museum Arnemuiden heeft als doel om de plaatselijke geschiedenis vast te leggen, ten toon te stellen en de verhalen te vertellen uit vroegere tijden. Het museum is begonnen als authentieke woning uit de 19e eeuw aan de Spoorstraat. Alweer een aantal jaren geleden is de collectie verplaatst, in tweeën gedeeld en aangevuld met gemeentelijke oudheden. Nu bevindt het museum zich in het voormalig stadhuis van Arnemuiden en een ‘oud’ woonhuis daar tegenover.

Gertrude van de Ketterij begon haar rondleiding bij het portret van Willem van Oranje. In de vitrine links van haar zijn de stadsrechten te zien die Arnemuiden in 1574 van hem kreeg.

Grote bloei beleefde Arnemuiden in de 15e en 16e eeuw: de Arnemuidse Gouden Eeuw. Handelsschepen uit heel Europa lagen op de rede van Arnemuiden. Er heerste grote bedrijvigheid in dit stadje en diverse handelswaar werd verscheept naar havens zoals Middelburg, Brugge, Gent en Antwerpen. Boven de stad hingen zwarte rookpluimen: zoutketen die op volle toeren draaiden en van ruwe grondstoffen zuiver, geraffineerd zout maakten. Het goud van die tijd. Het verval kwam langzaam maar zeker: de rede voor Arnemuiden verzandde. De grote handelsschepen zochten andere, diepere havens en Arnemuiden raakte in een isolement. De visserij werd de belangrijkste inkomstenbron en zou dit nog eeuwen blijven. Stoere hoogaarzen, taaie visleurders en geduldige garnalenpelsters bepaalden het dagelijks beeld. In het voormalige stadhuis, het Museum van Arnemuiden, kunt u uitgebreid kennismaken met de historie van het bijzondere stadje en haar inwoners. Verder bevat ’t Stadthuys ook de oude raadzaal waarin bijzondere schilderijen te zien zijn, informatie over de streekdracht en visserij en over Maurits van Vollenhoven.

Aldus de website. Het is een leuk museum dat een bezoek waard is. Hier komt naar voren dat Arnemuiden een stad met een boeiende geschiedenis blijkt te zijn.

Arjan van Dixhoorn opent de middagbijeenkomst

Het openbare programma van deze middag bestond uit een aantal lezingen en het tot klinken brengen van liederen uit rederijkerskringen.
In de eerste lezing getiteld Rederijkers in Arnemuiden ging Gertrude van de Ketterij in op hetgeen zij gevonden heeft over Arnemuidens rederijkers in het licht van de geschiedenis van deze stad, die in 1574 stadsrechten kreeg van Willem van Oranje. Uit haar op onderhoudende wijze gebrachte betoog bleek ook wat voor bijzondere stad Arnemuiden in de loop der eeuwen is geweest.

Gertrude van de Ketterij


De tweede lezing werd gegeven door Rosalie Versmissen van de Universiteit Utrecht. Het onderwerp was Rederijkers en hun netwerken. Met behulp van netwerkprogrammatuur brengt zij de connecties tussen visuele kunstenaars, geleerden en rederijkers in de periode 1560-1610 in beeld om daarmee de maatschappelijke verhoudingen in die tijd te onderzoeken. In een boeiend verhaal vertelde zij over haar bevindingen tot nu toe, waarmee zij een beeld schetste van de maatschappelijke en sociale verhoudingen in die tijd.

Rosalie Versmissen


De lezingen werden afgewisseld met een optreden van de Middelburgse componist en dirigent Christian Blaha. Hij bracht een aantal door rederijkers gemaakte liederen ten gehore. Het was bijzonder dat deze liederen uit de 17e eeuw na een paar honderd jaar niet te zijn gezongen tot klinken werden gebracht. En dan ook nog op zo’n fraaie en ingeleefde wijze. Daarbij gaf het werkgroeplid Jan Begheyn een toelichting op de herkomst van de liederen en het gebruik ervan in rederijkerskringen en daarbuiten. De gezongen liederen zijn geschreven door leden van de Middelburgse rederijkerskamer Bloemken Jesse. Heel bijzonder was dit optreden!

Christian Blaha
Jan Begheyn

Tenslotte vertelde Bram le Clercq, coördinator van de Projectgroep, over de voortgang van de werkzaamheden. Hij plaatste het werk onder de noemer citizen science, waarmee het belang van dit vrijwilligerswerk recht wordt gedaan. Tenslotte noemde hij het feit dat de werkgroep nog vacatures heeft. Dat dit gaat over zeer interessante materie moge uit het voorgaande duidelijk zijn geworden.

Bram le Clercq

Arjan van Dixhoorn sloot deze publieksdag af met een kort woord van dank aan hen die aan het slagen van deze dag hebben bijgedragen, waarna de bijeenkomst werd afgerond met een kleine borrel. Tot het museum sloot.

Nog wat informatie:

De Projectgroep heeft een website:  https://rederijkerszeeland.wordpress.com

Rederijkersliteratuur:  https://rederijkerszeeland.wordpress.com/schatkamer/rederijkersliteratuur/

Website Museum Arnemuiden:  https://bezoekmuseumarnemuiden.nl

Contact Bram le Clercq:  obwclq@gmail.com

Na de geslaagde rentree op het kampeerveld in april is de draad goed opgepakt. Gisteren, donderdag 19 mei, zijn we teruggekomen van een week met de caravan op camping De Meet bij Huijbergen. Het was voor Ans en mij een onbekend gebied al hadden we er wel over gehoord. Een bijzonder gebied ook, dat vanuit Zeeland gezien bij het verlaten van Zuid-Beveland rechts oprijst met een helling vanaf polderniveau. Ik weet nu dat het een bijzonder verschijnsel is dat de steilrand heet, welke loopt van de Belgische grens tot aan Steenbergen. Die steilrand bereikt bij Woensdrecht een hoogte van zo’n 20 meter. Ten oosten daarvan ligt de Brabantse Wal, een glooiend hooggelegen zandgebied met bossen, heide en vennen, waarvan de Kalmthoutse Heide doorloopt tot in België. Het heet dan ook Nationaal Park Grenspark Kalmthoutse Heide.

Camping De Meet

Camping De Meet is een boerderijcamping. In de afgelopen jaren zijn de velden voor de aspergeteelt geleidelijk afgestoten en de agrarische activiteit bestaat nu uit het houden van een achttal vleeskoeien. Zes daarvan behoren tot het grijswitte Piëmontese ras, dat beschikt over het zogenaamde dikbillen gen.
Vorige week zaterdag gingen de koeien voor het eerst de wei in. Dat gaf het gebruikelijke korstondige gespring, dat bij deze grote dieren een bijzonder gezicht is. De boer vertelde me dat de eerste weidegang een maand later gebeurt dan normaal. Meestal is het omstreeks half april, als de aspergeoogst begint. Oorzaak van de vertraging is de droogte, waardoor de dieren aan het gras te weinig voeding hebben. De incidentele regen die in de laatste weken gevallen is verdwijnt ook meteen in de zandgrond. Het is een strop voor de boer omdat hij de dieren een maand langer maisvoer moest geven.

Blije koeien

De camping ligt aan de Bredestraat, die Belgisch grondgebied is. De grens loopt min of meer door de berm, zodat de camping in Nederland ligt. Die Bredestraat (wat heet!) is een smalle weg met betonribbels aan weerszijden van het asfalt. Het is een sluiproute buiten Huijbergen om naar en van Wildert en Essen in België. Het éénbaans asfalt verhindert menig autorijder, zowel van personen- als vrachtwagens, niet om met duvels geweld voorbij te scheuren en tegenliggers op volle snelheid te passeren over de ribbels of door de berm. Op de camping hoor je dat goed want hij ligt pal aan de weg. Toch hindert het niet, hooguit in het begin, het went, je filtert het weg. Soms wacht je op de klap, maar die is gelukkig niet gekomen.

Rechts onze plek, naast twee moderne trekkershutten

Bos en hei zijn hier voornamelijk toegankelijk voor wandelaars. Dat ontdekten we toen we op de fiets de omgeving verkenden. Er lopen geen fietspaden door bos en hei, hooguit is er een parcours uitgezet voor mountainbikers. Die kijken niet naar de natuur en dan zou je zo’n pad ook verspilling kunnen noemen. Aan gewone recreatieve fietsers is een gewoon fietspad beter besteed uit oogpunt van natuurgenoegen.
En toen we gingen wandelen in het gebied Staartse Duinen, kom je op het wandelpad een mountainbiker tegen die zo nodig van zijn parcours moeten afwijken. En als wandelaar word je dan ook geacht aan de kant te gaan. Opzij, opzij, opzij…. 

In de Staartse Duinen
Bij de Volksabdij Onze Lieve Vrouw ter Duinen bij Ossendrecht. Momenteel zijn hier Oekraïense vluchtelingen gehuisvest.
Prachtige aardbeien en een rij bakken met asperges in de boerderijwinkel. Alles geteeld in de directe omgeving.

Gisteren dus weer thuisgekomen na een week mooi weer. Vandaag viel veel regen en daar zal de boer zeker blij mee zijn. Gaat het gras lekker groeien. Alhoewel een dag regen niet voldoende is, zeker op de zandgrond van de Brabantse Wal. Wat meer regen komt niet alleen het gras ten goede. Alle vegetatie gedijt ervan, niet alleen om te eten (overigens, de boerderijwinkel verkoopt voortreffelijke asperges en geweldige aardbeien), ook bomen en struiken varen er wel bij. En de prachtige grote rododendronstruiken overal in de bossen gaan er nog meer van kleuren. Nog even dan…

Aan de oostzijde van Huijbergen ligt een rij landduinen die als een boog rondom het dorp loopt. Vanaf het erf is de noordelijke uitloper met een stuifhelling te zien.

Het gaat voorbij, de bloei en nog zoveel meer in het leven. Bij thuiskomst trof ik in de Dordtse krant opnieuw een overlijdensbericht van een leeftijdgenoot, een bekende vanuit de kerk, van de catechisatie en de jeugdvereniging.

Er zijn caravanplannen in de maak voor na de pinksterdrukte!

Bijna drie jaar stond de caravan onaangeroerd in de stalling. De laatste reis was een trektocht door het oosten en noorden van Nederland in mei-juni 2019. Het jaar daarop kwam corona met z’n lockdowns en voor Ans ook nog eens long covid, de langdurige gevolgen van een coronabesmetting, die voor een deel niet konden worden weggerevalideerd. Toen de kust veilig werd met de afbouw van de coronamaatregelen kwam de vraag op of het caravannen ons nog wel zou lukken. Zou het niet te zwaar zijn, er komt toch ook gesjouw bij kijken en we zijn in de laatste jaren toch wat krakkemikkiger geworden. Het kost meer inspanning dan het betrekken van een gehuurd vakantiehuisje.

We gingen het ontdekken.

Begin april de caravan uit de stalling gehaald. Meteen openbaarde zich een probleem. De mover deed het niet. Met behulp van de buurman kregen we het gevaarte het trottoir over naar de oprit. En dan valt onze oude Kip tegenwoordig onder de middelmaat caravans….

De caravan was van binnen niet erg vies geworden, dat viel dus mee. Geen insectennesten of dikke lagen stof troffen we aan.

Na een paar dagen de caravan naar Gorter in Heinkenszand gereden voor een controle- en onderhoudsbeurt. Die gaf als resultaat dat de accu het had begeven ondanks dat ik hem al die tijd aan de druppellader heb gehouden. Daarom werkte de mover niet. Een accu moet dus regelmatig ontladen worden om in leven te blijven. Net als bij mensen – permanente spanning zonder recreatie is slecht voor de gezondheid.

Gorter constateerde behalve de accu geen grote of bijzondere mankementen. De banden waren ook nog goed. Dat viel allemaal mee.

Onderweg naar Vierhouten

Na in de week daarna op het gemak de spullen verzameld en de caravan geladen te hebbern, zijn we vorige week donderdag op pad gegaan richting de Veluwe. Op camping De Plagge in Vierhouten vonden we een plek aan het eind van het veldje, aan de rand van de camping, wat hier ook betekent aan de rand van het bos. Zo kamperen we graag.

Wat thuis al bleek, kwam hier nog wat sterker naar voren. Een deel van de routine was weg. Waar we het een altijd lieten, waar het ander steeds werd opgeborgen, hoe en waarmee iets aangedraaid of losgedraaid of vastgezet of in elkaar geschoven werd, daar moest toch af en toe goed over worden nagedacht. Gaandeweg kwam het ons weer te binnen, soms na wat misgrepen. Desondanks kregen we de voortent best vlot opgezet, om eens wat te noemen. Ouwe kampeerrotten die we zijn!

Op de grens van camping en bos

De omgeving hier is prachtig, volop bossen en heide, een verstild ven als de Ossenkolk dichtbij, een kleine oude zandverstuiving, fiets- en wandelpaden te over. Maar vooral genoten we van de rust, de stilte en de vogelgeluiden.

Bospad langs de camping
Ossenkolk
Ossenkolk

De week ‘proef’kamperen zit er bijna op. Wat mij betreft is die proef geslaagd en ook Ans heeft haar draai in het kampeerdersleven weer gevonden. We genieten met volle teugen, ook al zijn de nachten koud (6ᵒ) en de dagen door de noordoosten wind fris, ondanks de zon.  Plannen komen als vanzelf weer opborrelen, want we zijn nog niet uitgekampeerd.

Zandverstuiving in het landgoed Vierhoutense Heide

In de Nieuwe Kerk bevindt zich aan de zuidelijke muur een bijzonder monument. Het is een klein kruis gevormd door drie samengebonden grote middeleeuwse spijkers geplaatst op een stuk steen. Het is er bevestigd op zondag 17 mei 2009, precies 69 jaar nadat de Nieuwe Kerk en een groot deel van het centrum van Middelburg werden verwoest door oorlogsgeweld. 

Toen ik vorige week een paar dagen in de kerk was om de orgelstemmer van Flentrop te assisteren bij het op toon brengen van de orgels, zag ik het weer na lange tijd. En ineens werd ik erbij bepaald waarom dat daar aan de muur hangt.

De officiële en internationale naam is Cross of Nails en het bevindt zich in vele kerken over de hele wereld, meer dan 250 inmiddels. Het is ontstaan uit een initiatief vanuit de kathedraal van Coventry, die in de Tweede Wereldoorlog, op 14 november 1940, met een groot deel van die stad werd verwoest door een bombardement van de Duitse Luftwaffe. In de ruïnes vond men de volgende dagen tussen de verkoolde overblijfselen twee dakbalken die in de vorm van een kruis waren gevallen – zij werden vastgebonden en op de plaats van het verwoeste altaar geplaatst – en drie middeleeuwse dakspijkers die ook tot een kruis werden gevormd, wat het oorspronkelijke Cross of Nails werd dat zich nu op het Hoogaltaar in de nieuwe Sint Michaelskathedraal bevindt. Die vondsten werden gezien als een teken om als reactie op de verwoesting niet te kiezen voor vergelding maar voor verzoening. De nieuwe kathedraal is dan ook in de lijn daarvan vormgegeven.

Na de oorlog zocht Coventry contact met andere door oorlogsgeweld getroffen steden. In de loop der jaren is een netwerk van plaatsen ontstaan waar men samen de taal ging spreken van verzoening. Wekelijks klinkt het gebed voor Peace and Reconciliation. Het Cross of Nails is het symbool voor het netwerk van deze vredesbeweging.

Ook in Middelburg bevindt zich dus zo’n kruis evenals in Rotterdam, Den Haag, Arnhem en Doesburg, om er een paar te noemen. Verder in Europa en wereldwijd vonden Crosses of Nails een plek in onder andere Dresden, Berlijn, Lübeck, Khartoem, Bagdad, Moskou, Odessa….

Iedere vrijdagmiddag om 12.00 of 13.00 uur vindt bij al die kruizen het Coventry gebed plaats, waar de deelnemers bidden voor Vrede, Gerechtigheid en Verzoening. Het Coventry gebed roept ook op tot handelen, tot hoop houden, tot daden volgens de leidende beginselen van de gemeenschap:

Healing the wounds of history
• Learning to live with difference and celebrate diversity
• Building a culture of peace

Ik zag dus dat kruis weer en moest meteen eraan denken dat ruim 80 jaar na de bombardementen op zoveel steden in Europa en na het oorlogsgeweld in voormalig Joegoslavie er opnieuw een oorlog gaande is. Weer is een dictator erop uit zijn grondgebied en macht uit te breiden, daarvoor grote verwoestingen aan te richten en veel bloed te vergieten. Onbegrijpelijkerwijs gesteund door de hoogste kerkelijke leiding daar die zijn zegen aan het bloedvergieten gegeven heeft. Alsof hier sprake is van een goede, heilige daad. Nationalisme en religie kunnen een giftige cocktail worden.

De geschiedenis heeft dat helaas al vele malen laten zien. En de verdrietige conclusie moet zijn dat de mensheid in al die eeuwen, of beter millennia, geen haar beter is geworden.

Voor het Cross of Nails worden er op dit moment nieuwe locaties gemaakt. Marioepol, Charkov…..

Het houdt maar niet op. Zullen Vrede en Verzoening ooit op onze wereld de boventoon gaan voeren?

Interieur van de Nieuwe Kerk met aan de muur het Cross of Nails

Vorige week was er de storm Corrie die langs de kust tekeer ging. De Oosterscheldekering en twee andere stormvloedkeringen moesten er voor dicht. Dit weekend waaide het weer hard hoewel het geen storm was die een naam mocht hebben. Toch waaide het gisteren en vooral vannacht en vandaag flink door, windkracht 7 tot 8 zag ik steeds bij Zeeland vermeld staan op buienradar. En er viel heel wat regen bij en soms hagel. Dat zijn geen omstanigheden om eens lekker te gaan wandelen. Maar vanmiddag werd het droog met ook wat zon en dus even een frisse neus gehaald bij het KNRM reddingsstation Westkapelle. Je loopt daar op de westelijke punt van Walcheren, aan de monding van de Westerschelde, zo’n beetje op de grens van rivier en zee.
Het waait er altijd lekker door. Als je vanaf de parkeerplaats onderaan het duin de trap oploopt en je komt boven, dan pats, de volle wind rechtstreeks vanaf zee. Mijn mutsje moest strakker, de capuchon moest erbij op want het was ook een koude wind. Het werd meer dan een frisse neus.

Landingsmonument Westkapelle met een onrustige watervlakte op de grens van rivier en zee

Eerst langs het landingsmonument, inmiddels bekend door film en boek over de Slag om de Schelde. De zee was mooi, onrustig, met flinke golven als gevolg van al die wind van nu en de afgelopen week. Ze botsten op het Zuiderhoofd met opspattend water. Wat een kracht zit daar dan in. En dit zijn dan nog ‘maar’ golven van 1 – 1,5 meter aangedreven door windkracht 7.

Het Zuiderhoofd krijgt heel wat te verduren
De asfalweg naar strandpaviljoen Scheldezicht is gedeeltelijk bedekt met een dikke laag opgestoven zand

Vorig jaar zomer zijn langs de kust van Nederland op meerdere plaatsen grote zandsuppleties aangebracht om de kustbescherming te verbeteren, op het vereiste peil te houden voor de veiligheid van zo’n beetje half Nederland. Ook bij Westkapelle is veel zand aangevoerd waardoor het strand veel breder is geworden. Met de harde wind van vorige week en vandaag blijft dat zand niet op zijn plaats. Het stuift bij de zuidwestenwind naar de duinen en dat is niet verkeerd, denk ik. Maar het is toch wel verbazend hoeveel zand er dan opwaait. Vanaf het reddingsstation loopt er een asfaltweg tot bij bij strandpaviljoen Scheldezicht. Op het laatse deel van deze weg lag zeker een halve meter zand met beginnende duinvorming.

Op de weg gewaaid zand na twee stormen


Water en wind, het zijn krachten die indruk maken en de nietigheid van de mens aan het licht brengen, hoe vernuftig die ook oplossingen bedenkt om de bedreiging te weerstaan en het land veilig en leefbaar te houden. Het was nog maar windkracht 7/8 en er was daardoor opgestuwd water. Het rijzen van de zeespiegel door smeltende Noord- en Zuidpool heeft gevolgen die van een andere orde zijn. Dan kom je niet weg met om de paar jaar zandsuppleties.

Strandpaviljoen Scheldezicht houdt bij dit hoogwater de boel nog droog.
Vredig beeld tijdens de wandeling in onrustig weer